Brand onder controle
Rampenbestrijders blussen niet altijd branden. Zij stichten ook vaak zelf een brand om het cultuurlandschap te bewaren. Als zij daarna de afgebrande stukken grond elektronisch registreren, zijn eenvoudige middelen de beste.
Soms maakt de landschapsbescherming gebruik van harde methoden. Bijvoorbeeld op de Lüneburger Heide. Dit unieke cultuurlandschap in het noorden van Duitsland met laag groeiende heide bestond al 3000 jaar voor onze jaartelling. Destijds vestigden boeren uit het stenen tijdperk met hun melk- en slachtvee zich hier. Door de beweiding van het landschap werden bestaande bossen verdrongen waardoor brede open landstreken ontstonden met de kenmerkende lage begroeiing.
Historisch cultuurlandschap behouden
Normaal gesproken werden zulke oppervlakken al binnen enkele decennia door de natuurlijke bebossing heroverd. Om dit te voorkomen laat men een schapenras dat met weinig tevreden is, het heideschaap, op deze gebieden grazen. Maar dat is nu niet meer voldoende. Daarom worden ook gecontroleerde bosbranden gesticht om het heidelandschap te behouden. Dit wordt gedaan door de vrijwilligers van de internationale hulporganisatie voor rampenbestrijding @fire.
Meestal bestrijden de brandweermannen verwoestende bosbranden en andere ongecontroleerde branden, bijvoorbeeld in landen in Zuid-Europa, of zij helpen de bevolking na een aardbeving en andere natuurrampen. Maar zij treffen ook maatregelen ter voorkoming van bosbranden en worden opgeroepen door grondbezitters of milieuorganisaties om dergelijke activiteiten ter bescherming van het landschap uit te voeren. “Als wij in het heidelandschap een brand stichten, kunnen acht meter hoge vlammen uit de kniehoge heide ontstaan”, vertelt Detlef Maushake van @fire Duitsland. “Met de juiste tactiek kan een tiental brandweermannen een dergelijke brand zelfs bij sterke wind gemakkelijk onder controle houden.”
Veel vrijwilligers van @fire zijn ook beroepsmatig werkzaam bij de brandweer en reddingsdiensten. Bij hun vrijwillige activiteiten gebruiken zij daarom dezelfde methoden waarmee professionele brandweerorganisaties ook elders natuurbranden bestrijden: zij beoordelen de windrichting, bestrijden het vuur met vuur en maken brandgangen in het landschap om de verspreiding van het vuur tegen te gaan.
Terreingegevens gemakkelijk registreren
Na hun activiteiten moeten de rampenbestrijders de afgebrande oppervlakken registreren. Hiervoor gebruiken zij het compacte, praktische GRS-1 van Topcon. Detlef Maushake licht toe: “Met dit geodetische Rover-systeem kan ik heel eenvoudig geografische gegevens registreren en foto’s maken om op deze wijze het afgebrande gebied te bepalen. Met slechts één druk op de knop maak ik een nieuw project aan en selecteer de functie “Terrein opnemen”. Vervolgens loop ik langs de brandgrens en het apparaat registreert alles automatisch. Daarna geef ik de opdracht “Terrein sluiten” waarna het systeem het geregistreerde terrein met de coördinaten en de betreffende oppervlakte toont.” Deze gegevens kunnen de medewerkers van @fire digitaal naar de landschaps- of bosbeheerders en naar de grondeigenaren verzenden.
Eenvoudige methoden zijn vaak het beste bij rampbestrijding, zegt Detlef Maushake op basis van zijn ervaring als hoofd van het opleidingsprogramma bij @fire. “Ik ben een professionele brandweerman en geen specialist in geodesie”, stelt hij. “Maar Veit Kratzenberg van Topcon Duitsland is ook actief als rampenbestrijder bij @fire. Hij heeft mij de GRS-1 in slechts één kwartiertje uitgelegd. Nu kan ik het systeem ook in een paar minuten aan mijn collega’s uitleggen.”